zaterdag 26 november 2011

Buy Nothing Day

Vandaag is het Buy Nothing Day, een bedenksel van de 69-jarige Kalle Lasn van tijdschrift Adbusters, de man die ook aan de wieg van de Occupy-beweging stond. Onze cultuur is gekaapt door op winst beluste bedrijven, is de boodschap van Adbusters, en hoe kun je die bedrijven beter dwarszitten dan door niets te kopen? Maar wat ik nu zo typerend vind is dat er in het kielzog van Buy Nothing Day ook een nieuw sympathiek initiatief is ontstaan: Small Business Saturday, een dag waarop Amerikanen gestimuleerd worden alleen bij kleine winkeltjes en bedrijfjes te kopen. Mijd de grote jongens, steun de kleintjes in je buurt. Ook bedacht door Lasn, of een collega-idealist? Nee, een vondst van American Express, de multinational met een miljardenomzet, verdiend met de creditcards waarmee je zowel bij grote bedrijven als kleine winkeltjes kunt afrekenen.

JAMMER
De wereld bevindt zich in een diffuus, turbulent overgangstraject van, ja, hoe het was naar, eh, hoe het zal worden. En als je er op let, wemelt het van de opvallende signalen. Zaken die we lang vanzelfsprekend vonden zijn in rap tempo aan het veranderen, groot en klein. Engelstalige kids van nu denken bij het woord apple aan smartphones en iPads, niet aan fruit. Een jaguar is een auto, een poema een schoen en een schelp een tankstation. Als ze volwassen zijn bestaan jaguars en poema's misschien niet meer. De dieren dan, hè. Mijn held Bas Haring heeft er een boekje over geschreven, Plastic Panda's. Het onderzoekt de vraag of het erg is dat soorten uitsterven. Ja, alles is nu bespreekbaar. Zijn conclusie: 'In een toekomstige, met verstand en mededogen vormgegeven wereld zullen minder soorten leven dan nu. Maar ik zie niet in waarom dat een ramp zou zijn. Hoogstens is het jammer.'
Vanzelfsprekend staan natuurbeschermers op hun achterste benen bij Haring's gevolgtrekking. Ik raad ze toch aan Plastic Panda's te lezen, want zoals altijd zegt de filosoof verstandige dingen en relativeert hij gevoelig liggende zaken tot op het bot.

REDDING
Nog een aanrader: 'Het Groene Optimisme' van Wijnand Duyvendak. Hij worstelde zich door bergen beleidsnota's en sprak met vele beleidsbepalers in de milieuwereld. Door de financiële crisis is de aandacht voor het milieu verslapt. Partijen en organisaties die zich verzetten tegen die veronachtzaming worden weggezet als 'links'. Minister van Economische Zaken Verhagen zei onlangs: 'Het milieu is verworden tot een moralistische stok om ondernemers, boeren en bedrijven mee te slaan.' Duyvendak toont aan dat Verhagen jaren achter loopt. Milieu-organisaties zitten juist om de tafel met al die partijen om samen tot oplossingen te komen. Maar de overheden gaan nauwelijks meer mee, te druk met redden wat er te redden valt. Terwijl in duurzame oplossingen voor het milieu juist de redding, of in ieder geval een veel belangrijker uitdaging ligt. Je kunt wel proberen je spaarcenten te redden zodat je je hypotheek kunt blijven betalen, maar wat heb je eraan als je huis ondertussen afbrandt?

DOOD OF METAMORFOSE
De Franse schrijver-dichter Stéphane Hessels (93), in eigen land op handen gedragen, schreef een boekje dat een aanklacht is tegen 'de perverse gang van zaken van een blinde politiek die ons de afgrond in duwt. Onze planeet is veroordeeld tot de dood of de metamorfose.' Wat de Hongaar Ervin Laszlo ook al jaren betoogt, in bijvoorbeeld 'De Chaostheorie', het boek dat vorig jaar mede een inspiratiebron vormde voor mijn tv-serie 'De Vlinderrevolutie'. Hessels en Laszlo geloven vooralsnog in de metamorfose, en pleiten voor ieders eigen verantwoordelijkheid en rol daarin. Onze levensstijl van verspilling en verkwisting moet overboord, we moeten samenwerken, mededogen, empathie en solidariteit moeten weer vanzelfsprekend en leidend worden. Als we de wereld niet ingrijpend veranderen gaat het helemaal mis. En snel ook, want het is 1 minuut voor 12. Je kunt ook concluderen: Zonder een toekomstige, met verstand en mededogen vormgegeven wereld is de mensheid gedoemd te verdwijnen. Maar ik zie niet in waarom dat een ramp zou zijn. Hoogstens is het jammer.

donderdag 3 november 2011

Rijk(e) herinneringen

‘Wanneer hebben wij Rijk gedaan?’, sms’te Harry de Winter me gistermiddag. Hij wil RTL bellen om ze te helpen snel de aflevering van Wintertijd met Rijk de Gooyer te kunnen vinden voor een eventuele herhaling als eerbetoon aan de gisteren overleden grootheid. Het was in mei 2001, alweer ruim 10 jaar geleden. Twee maanden daarvoor, op 15 maart, had ik een afspraak met Rijk in een café op de Nieuwmarkt. Een kwartier te laat komt-ie binnen en roept meteen: ‘Die klok loopt voor! Ik ben nooit te laat!’
Ik leg hem de opzet van het programma uit, 7 a 8 muziekfragmenten van elk zo rond de drie minuten en de rest is… ‘Gelul,’ vult hij aan. ‘Nou, dat wordt nog moeilijk, want ik heb zóveel! Ik kan een uur vullen. Twee uur. Drie uur! Ik kan een heel programma met alleen Sinatra vullen.’

HUISWERK
We praten over de muziek uit zijn jeugd, en dan neemt het gesprek een wending die ik met nog geen enkele gast daarvoor of daarna heb meegemaakt: ‘Ik heb het meeste archiefmateriaal al voor je verzameld. Je hoeft zelf niets te doen. Ik heb een vriend, Wil van Sambeek, en die is verzamelaar. Van hem krijg ik het materiaal zo mee. Ik ben een hele zondagmiddag bij hem geweest om dingen door te nemen. En omdat ik nu met jou praat ga ik straks weer een zondagmiddag naar hem toe om definitief te beslissen wat we gaan doen. Kom ook, dan kunnen we meteen spijkers met koppen slaan. Want hij heeft hele bijzondere dingen die niemand heeft. Echt primeurs.’
Als ik hem vraag hoe deze vriend daar dan aan komt, zegt Rijk: ‘Links en rechts gerommeld. Hij heeft van Ellington een prachtige opname, hij heeft van Billie Holiday een prachtige opname met een heel orkest, dat heb je nog nooit gezien, uniek!’
Nou, zo makkelijk is het me nog nooit gemaakt, zeg ik. Rijk: ‘Ja, maar ik merk vaak aan jullie uitzending, dan zegt zo’n gast: ja, maar dat is niet het fragment wat ik bedoel. Nou, dan heeft-ie z’n huiswerk niet gedaan. Nee, als ik zeg: ik wil Duke Ellington, dan wil ik ook mijn lievelingsnummer.’
Dit is een tekenende opmerking voor Rijk de Gooyer. Hij zegt niet dat wij als programmamakers ons werk niet goed hebben gedaan omdat we de gast het verkeerde nummer voorschotelen, nee, die gast zelf heeft het niet goed voorbereid. En dat zal Rijk niet gebeuren.

UNIEK
Een kleine drie weken later zit ik met Rijk op zondagmiddag om half 1 aan de witte wijn bij desbetreffende Wil van Sambeek. We bekijken allerlei bandjes, en al gauw is duidelijk dat deze Wil alles gewoon van tv heeft getaped. Van Nederlandse, Duitse, Franse en Engelse zenders. “Uniek materiaal” van Johnny & Jones dat “niemand heeft”(Rijk’s woorden) heeft-ie opgenomen van een uitzending van NOVA. Dat “unieke fragment” van Marlene Dietrich’s auditie dat “nog nooit vertoond is” heeft-ie van de WDR opgenomen. Maar uiteindelijk komen we wel op een lijst fragmenten die echt volledig Rijks eigen keus zijn. Een paar maal trekt hij het lijstje uit mijn handen om te kijken of het nog goed weerspiegelt wat hij van de uitzending wil, want ‘mijn leven hangt ervan af’.
Het gegeven dat je niet zomaar van tv opgenomen materiaal mag uitzenden, maar daar giga bedragen aan rechten over moet betalen kwam Rijk wezensvreemd voor. Onzinnig zelfs. Al die schitterende beelden, die geweldige muziek, die mag je toch gewoon delen met het volk?
Maar het belangrijkste wat ik die zondagmiddag, èn na afloop van de opname van Wintertijd met Rijk (in de studio van AT5 waar hij en zijn vriendin Nel nog uren bleven hangen en er wederom grote hoeveelheden witte wijn doorheen gingen) leerde, is dat hij een geweldige vent was die hilarische anekdotes kon vertellen, oprecht genoot van mensen om hem heen, maar bovendien ook goed kon luisteren. Gedurende de uren dat ik met Rijk de Gooyer heb zitten borrelen en praten was ik zijn beste vriend, zo voelde het.