Maar Hannie zat wel in de gevangenis, en nog voor een
gruwelijke moord ook. Het was duidelijk dat dit beschadigde wezen uit angst en
zelfbehoud levensgevaarlijk kon uithalen. Menno en ik waren direct gefascineerd
door deze vrouw: wat was haar verhaal? Op een dag tijdens ons maandenlange
verblijf in vrouwenbajes Ter Peel vertelde onze steun en toeverlaat Pascale van
Humanitas dat ze een afspraak had met Hannie, of we niet mee wilden. Ze ging
het met haar over de bezoekregeling met haar jongste zoon hebben. Hannie, zo
vertelde Pascale, had zes kinderen, stuk voor stuk van een andere man. Alleen
met haar jongste had ze contact: eens in de maand kwam hij op bezoek, en dan
werd hij gehaald en gebracht door vrijwilligers van Humanitas. Al die mannen in
haar leven hadden Hannie behandeld als oud vuil, misbruikt, mishandeld,
geterroriseerd, en haar eigenwaarde was onmeetbaar ver beneden het nulpunt
gedaald. Ze wantrouwde alles en iedereen en was vrijwel onbenaderbaar. Maar
Pascale was tot haar doorgedrongen en nu wilde ze proberen of Hannie misschien
openstond voor een voorzichtige kennismaking met Menno.
FOTO MET HANDTEKENING
We zaten in de gemeenschappelijke ruimte van de Extra Zorgafdeling, waar een 20-tal houten stoelen in een halve kring stonden. Ik ging vrijwel uit het zicht aan een tafel in de open keuken zitten, en Menno op een van de stoelen. Pascale haalde Hannie uit haar cel en vroeg haar of ze het goed vond dat Menno bij het gesprek aanwezig was. Dat vond ze goed. Ze gaf Menno een hand en Menno zei: ‘Ik ben meegekomen omdat ik heel erg in je geïnteresseerd ben. Maar ik ga helemaal daar aan de andere kant zitten en ik zeg niks.” Ze knikte instemmend en zei bijna onverstaanbaar tegen Pascale: ‘Ik ben mijn stem kwijt, heb teveel gerookt.’
Menno stond op, liep naar haar toe en zei: ‘Sorry, maar dan wil ik je toch wat zeggen.’ Hij knoopte zijn boord los en liet haar de operatielittekens in zijn hals zien. ‘Dit is wat er met je gebeurt als je teveel rookt. En dat wil ik niet. Ik wil niet dat jou dat gebeurt.’ Ze keek hem met grote ogen aan en begon toen te lachen. En ze fluisterde: ‘Mag ik een foto met handtekening van u?’ ‘Tuurlijk,’ zei Menno, ‘gaan we meteen regelen.’
Ik sprong op, liep naar het kantoor van de bewaarders en belde de redactie of ze meteen een foto van Menno konden komen brengen. De aanwezige bewaarders vielen van hun stoel. ‘Vraagt ze om een foto met handtekening? Onvoorstelbaar!’
Instinctief vertrouwde Hannie Menno. Een zwaar beschadigde
vrouw, bang voor alles en iedereen, maar niet voor die man van de televisie.
Uiteindelijk hebben we geen gesprek van Menno met haar gefilmd, want dat ging
haar toch een stap te ver. Menno drong niet aan. Menno drong nooit aan. Als je
niet wilde, respecteerde hij dat. Zo hebben wij samen heel wat gedetineerden
gesproken die uiteindelijk nooit in Buch in de bajes te zien zijn geweest. In
hen stak Menno net zoveel energie als in degenen die wel werden gefilmd,
althans: als hij vond dat ze dat verdienden of nodig hadden.We zaten in de gemeenschappelijke ruimte van de Extra Zorgafdeling, waar een 20-tal houten stoelen in een halve kring stonden. Ik ging vrijwel uit het zicht aan een tafel in de open keuken zitten, en Menno op een van de stoelen. Pascale haalde Hannie uit haar cel en vroeg haar of ze het goed vond dat Menno bij het gesprek aanwezig was. Dat vond ze goed. Ze gaf Menno een hand en Menno zei: ‘Ik ben meegekomen omdat ik heel erg in je geïnteresseerd ben. Maar ik ga helemaal daar aan de andere kant zitten en ik zeg niks.” Ze knikte instemmend en zei bijna onverstaanbaar tegen Pascale: ‘Ik ben mijn stem kwijt, heb teveel gerookt.’
Menno stond op, liep naar haar toe en zei: ‘Sorry, maar dan wil ik je toch wat zeggen.’ Hij knoopte zijn boord los en liet haar de operatielittekens in zijn hals zien. ‘Dit is wat er met je gebeurt als je teveel rookt. En dat wil ik niet. Ik wil niet dat jou dat gebeurt.’ Ze keek hem met grote ogen aan en begon toen te lachen. En ze fluisterde: ‘Mag ik een foto met handtekening van u?’ ‘Tuurlijk,’ zei Menno, ‘gaan we meteen regelen.’
Ik sprong op, liep naar het kantoor van de bewaarders en belde de redactie of ze meteen een foto van Menno konden komen brengen. De aanwezige bewaarders vielen van hun stoel. ‘Vraagt ze om een foto met handtekening? Onvoorstelbaar!’
ZES KNOEPERDS VAN
FOUTEN
Ik vertel dit omdat in de landelijke dagbladen deze week in de necrologieën van Menno weer veelvuldig werd gerefereerd aan de bakken met stront die over Menno zijn uitgestort toen hij Sex voor de Buch maakte. Menno zou mensen uitbuiten en misbruik maken van hun overduidelijke beperkte verstandelijke vermogens. Ik ben er destijds niet bij geweest - ik ken Menno pas sinds we begin 2012 aan Buch in de bajes begonnen - maar als dat echt zo zou zijn geweest, dan moet Menno in de tussenliggende jaren een soort persoonlijkheidstransplantatie hebben ondergaan. Toch vond NRC Handelsblad het nodig om boven hun stukje over zijn overlijden deze week te zetten ‘Verguisde maker van seks-tv’. Terwijl ze ook hadden kunnen schrijven: ‘Gevierde maker van gevangenis-tv.’ Maar blijkbaar vond het deftigste dagblad van ons land dat teveel eer.
Overigens wist de scribent van het stukje wel zes knoeperds
van fouten in amper 200 woorden te proppen. ‘In 2012 werd bij Buch halskanker
geconstateerd.’ Nee, het was 2010 (fout 1), en het was tongkanker (fout 2).
‘Zijn grootste televisiesucces boekte hij met Sex voor de Buch.’ Ook niet waar, Sex voor de Buch scoorde rond
de miljoen kijkers; Buch in de bajes haalde een gemiddelde van 1,3 miljoen
kijkers (fout 3). ‘In 2012 begon hij met Buch in de bajes. Vorig jaar kwam er
een vervolg met een serie over de grootste vrouwengevangenis van Nederland.’
Nee, die vrouwenserie was dit jaar (fout 4), het vervolg vorig jaar was in de PI Vught
(fout 5). En dan heb ik het nog niet eens over het feit dat ze het hebben over
‘de debat over Sex voor de Buch’.
(fout 6). Ik vertel dit omdat in de landelijke dagbladen deze week in de necrologieën van Menno weer veelvuldig werd gerefereerd aan de bakken met stront die over Menno zijn uitgestort toen hij Sex voor de Buch maakte. Menno zou mensen uitbuiten en misbruik maken van hun overduidelijke beperkte verstandelijke vermogens. Ik ben er destijds niet bij geweest - ik ken Menno pas sinds we begin 2012 aan Buch in de bajes begonnen - maar als dat echt zo zou zijn geweest, dan moet Menno in de tussenliggende jaren een soort persoonlijkheidstransplantatie hebben ondergaan. Toch vond NRC Handelsblad het nodig om boven hun stukje over zijn overlijden deze week te zetten ‘Verguisde maker van seks-tv’. Terwijl ze ook hadden kunnen schrijven: ‘Gevierde maker van gevangenis-tv.’ Maar blijkbaar vond het deftigste dagblad van ons land dat teveel eer.
Ziedaar de kwaliteitskrant van Nederland.
PRACHTIGE PLANNEN
Maar goed, waar wind ik me over op. Menno is er niet meer. 3000 mensen hebben het online condoleanceregister getekend, 630.000 mensen keken donderdagavond naar de herhaling van het interview dat Peter van der Vorst begin dit jaar met hem had. Menno was geliefd, en de prachtige plannen die nog op de plank lagen voor de komende jaren hadden hem ongetwijfeld nog veel meer succes en bijval opgeleverd. Hij liet mij zijn programma-ideeën altijd taalkundig corrigeren, en ik heb er heel wat de revue zien passeren. Van één daarvan hebben we vorige maand zelfs nog een pilot gemaakt, waar hij zelf, toen al ernstig verzwakt, nog bij was. Het was de laatste keer dat ik hem heb gezien. Daarna hadden we alleen nog contact via sms en whatsapp. Vaak ging dat over muziek, onze gedeelde passie. ‘Elbow! Ken je Elbow?’ sms’te hij me een week voor zijn dood. ‘Da’s ook toevallig!,’ antwoordde ik, ‘de muziek die ik in de pilot heb gebruikt is van Elbow!’ Menno: ‘Hoe bestaat het! Moet je nagaan hoe we aan elkaar verklonken zitten!! Bizar!’
‘Aan elkaar verklonken zitten.’ Het is geen goed Nederlands,
maar het zijn wel de mooiste woorden die hij me in zijn laatste sms had kunnen
sturen…Maar goed, waar wind ik me over op. Menno is er niet meer. 3000 mensen hebben het online condoleanceregister getekend, 630.000 mensen keken donderdagavond naar de herhaling van het interview dat Peter van der Vorst begin dit jaar met hem had. Menno was geliefd, en de prachtige plannen die nog op de plank lagen voor de komende jaren hadden hem ongetwijfeld nog veel meer succes en bijval opgeleverd. Hij liet mij zijn programma-ideeën altijd taalkundig corrigeren, en ik heb er heel wat de revue zien passeren. Van één daarvan hebben we vorige maand zelfs nog een pilot gemaakt, waar hij zelf, toen al ernstig verzwakt, nog bij was. Het was de laatste keer dat ik hem heb gezien. Daarna hadden we alleen nog contact via sms en whatsapp. Vaak ging dat over muziek, onze gedeelde passie. ‘Elbow! Ken je Elbow?’ sms’te hij me een week voor zijn dood. ‘Da’s ook toevallig!,’ antwoordde ik, ‘de muziek die ik in de pilot heb gebruikt is van Elbow!’ Menno: ‘Hoe bestaat het! Moet je nagaan hoe we aan elkaar verklonken zitten!! Bizar!’