zondag 15 december 2013

TWEE ONVERGETELIJKE UREN


Ik heb al decennialang een fascinatie voor tribute-cd’s, albums waarop een bonte verzameling artiesten elk een song van één bepaalde muzikale legende uitvoert. Een historisch voorbeeld is 'Two Rooms', waarop wereldsterren als Kate Bush, Sting, The Who, Tina Turner, Rod Stewart, Phil Collins en George Michael een ode brengen aan Elton John. Een Nederlands hoogtepunt  was 20 jaar geleden het fenomeen 'Een Nieuwe Jas', een tv-programma van de AVRO waarin artiesten liedjes interpreteerden van bijvoorbeeld Annie M.G. Schmidt of Toon Hermans, die vervolgens op  een cd verschenen.

Wat dit soort projecten extra leuk maakt is dat je bij beluistering voelt dat de artiesten niet voor elkaar willen onderdoen. Ze maken deel uit van een groots project, krijgen in de voorbereidende fase te horen wie er verder aan meedoen, denken dan: “Wow, in zo’n rijtje wil ik wel staan”, maar vervolgens slaan de zenuwen toe, want juist in zo’n rijtje wil je eruit springen of op z’n minst niet afgaan.
KICKEN
Wat ik me altijd heb afgevraagd: wat als Sting, Rod Stewart en Eric Clapton - ik noem er maar een paar op - alle drie ‘Your song’ van Elton John wilden doen?  Ik stelde me altijd zo voor dat er dan iemand, de producer bijvoorbeeld, over nadenkt wie van de drie dat het beste zou kunnen. Rod Stewart voert het uit op ‘Two Rooms’, dus nemen we hem even als voorbeeld. Dan gaat die producer de andere twee opbellen en zegt:  “Sorry (sowieso al het moeilijkste woord), ‘Your Song’ is al vergeven.” En die samensteller heeft dan ook al bedacht wat Sting en Eric Clapton dan wél moeten gaan opnemen. Stel dat Sting en Eric Clapton dan zeggen: "Ja, goed idee, ik ga er meteen mee aan de slag." Dat is toch kicken? Mij leek dat in ieder geval geweldig.
Het afgelopen jaar is dat precies wat ik heb mogen doen ten behoeve van 'De Nacht van Ramses' die afgelopen 1 december in het DeLaMar Theater in Amsterdam werd gehouden, en die afgelopen zondag op Radio 2 (deels) is uitgezonden. 23 artiesten en 4 groepen voerden 20 liedjes van en 2 liedjes over Ramses Shaffy uit, en nog 2 liedjes die hij niet schreef maar door zijn uitvoering wel onsterfelijk maakte: ‘Mens durf te leven’ en ‘Onmogelijke droom’.  Mijn 'Your song'- fantasie klopte: er waren zeker acht artiesten die ‘Laat Me’ wilden doen. Ook ‘Pastorale’, ‘Sammy’ en ‘Zing, Vecht, Huil, Bid, Lach, Werk & Bewonder’ waren favorieten. Ik heb me vol overgave en met veel plezier op het Ramses-repertoire gestort en ben met de artiesten en hun managements aan de slag gegaan om een line-up te bouwen met alleen maar droomcombinaties.

UITVERKOCHT HUIS
Op papier zag het eindresultaat er veelbelovend uit. Op zaterdag 30 november en zondag 1 december zou ik in de repetities alles voor het eerst te horen krijgen, maar het lot besliste anders. De moeder van mijn vrouw overleed enkele dagen daarvoor en we zijn het hele weekend druk geweest met het regelen van de uitvaart en aanverwante zaken. Pas aan het eind van zondagmiddag arriveerde ik in het DeLaMar Theater waar de begeleidingsband onder leiding van Ruud Jan Bos op dat moment net aan het repeteren was met Gé Reinders en Suzan Seegers. Jan Rot’s eigenzinnige uitvoering van ‘We Zullen Doorgaan’ heb ik ook nog meegekregen, plus het samenwerkingsverband van het Jong Nederlands Blazers Ensemble en Jungle By Night, die in een Kyteman meets Shaffy-achtig arrangement een instrumentale versie van ‘Vijf Uur’ speelden. Prachtig!
In een eerder stadium had Nielson mij al een demo van zijn lekker frisse versie van ‘Sammy’ gestuurd, en Ernst Daniël Smid’s klassieke interpretatie van ‘Jij Bent Mij Zo Lief’ kende ik al van twee eerdere uitvoeringen op YouTube. Maar de andere 19 optredens: geen idee, anders dan wat ik in mijn hoofd had gehoord. ’s Avonds tijdens de soundcheck gaf producer Elleke Claessen me een kaartje voor de allerlaatste stoel in het uitverkochte huis en zei: “Ga lekker in de zaal zitten en laat het over je heenkomen.”

MEER DAN INDRUKWEKKEND
Het werden twee onvergetelijke uren. Allereerst al de sensatie van de aankondigingen door presentator Cornald Maas: de ene na de andere muzikant, zanger(es) of groep kwam het podium op, en het waren bepaald niet de minste namen. Natuurlijk had ik de line-up zelf mede samengesteld, maar als het dan daadwerkelijk voor je ogen gebeurt is dat echt fantastisch. Op de bühne ontrolde zich een live eerbetoon aan een van de meest bijzondere artiesten uit de Nederlandse muziekgeschiedenis, en inderdaad wilde niemand voor een ander onderdoen. Zoals Joris Linssen, die met zijn bandje Caramba een fraai ‘’t Is stil in Amsterdam’ neerzette, voor de camera van AT5 zei: “Het is net een songfestival met allemaal songs van één artiest, en uiteindelijk wil je allemaal winnen.”
Voor mij persoonlijk was Maarten Heijmans de winnaar, de man die in de huid van Shaffy is gekropen voor de tv-serie ‘Ramses’ van Michiel van Erp die vanaf 6 januari op Nederland 2 te zien is. Hoe Maarten, op de rand van het podium gezeten, ‘De een wil de ander’ niet zong, maar echt uitvoerde, speelde, acteerde, het was meer dan indrukwekkend. Wat een energie, wat een drive, wat een talent. Zorg dat je geen minuut van die serie mist!

Een voorproefje:
http://www.youtube.com/watch?v=-dDBKmK4F7o

zondag 17 november 2013

DE GEUR VAN GEVANGENSCHAP

Evolutiebioloog Richard Dawkins wijdt in zijn meeslepende boek The Magic of Reality (2011) een hoofdstuk aan het “waarom?” van negatieve dingen die ons overkomen, met daarin een grote rol voor de wet van Murphy. Dawkins voert onder andere de archetypische boterham met jam ten tonele, die altijd met de jamkant naar beneden valt. Maar hij haalt ook een praktijkvoorbeeld aan dat bij tv-makers overbekend is: storend geluid tijdens het filmen …

Dawkins beschrijft hoe hij met een filmploeg in een groot, leeg weiland in the middle of nowhere stond te draaien, vroeg in de ochtend om verzekerd te zijn van rust en stilte. ‘Bij aankomst ontdekten we dat een eenzame Schot op zijn doedelzak aan het oefenen was. “De wet van Murphy,” riepen we allemaal. In werkelijkheid is er natuurlijk bijna altijd lawaai, maar dat mérken we pas als het irriteert (…). Daardoor denken we dat de wereld ons opzettelijk aan het sarren is.’
Ik had een aantal jaar geleden voor een tv-interview op locatie een mooie plek bij een oorlogsmonument in het Amsterdamse Bos gevonden. Het was een idyllische plek en er heerste een serene rust. Maar op de dag van de opnamen stond de wind de andere kant op, en werd op Schiphol een alternatieve landingsbaan in gebruik genomen. Elke twee à drie minuten kwam er met bulderend geraas een vliegtuig over, waardoor elk gesprek onmogelijk werd.

GOEDKOPE PARFUMS
Het equivalent van vliegtuigen bij het filmen in gevangenissen is piepers die afgaan, walkie talkies waardoor krakerige meldingen binnenkomen, alarmtonen, dichtslaande deuren, geklik van sloten en zoemende airconditionings en koelkasten. In ons eerste seizoen in de PI Almere kon je bijna geen gesprek opnemen zonder het geluid van een pingpongballetje dat heen en weer gemept werd. Wij laten die geluiden zoveel mogelijk zitten omdat al die geluiden onlosmakelijk verbonden zijn met de sfeer in een gevangenis en dus bijdragen aan het programma, tenzij ze de verstaanbaarheid te ernstig beïnvloeden uiteraard.
Een nog indringender zintuig dan gehoor is de menselijke reukzin. In vergelijk met veel dieren is onze reukzin niet bijster scherp, maar we hebben wel een goed ontwikkeld geheugen voor geuren. Bepaalde geuren kunnen sterke associaties met vroeger oproepen. Dat komt waarschijnlijk omdat reuk in de menselijke evolutie een heel oud vermogen is, en een andere, directere weg aflegt in de hersenen dan de andere zintuiglijke waarnemingen.

In de meest recente aflevering van de fraaie serie ‘Overspel’ sprak Rifka Lodeizen in haar rol van Elsie over haar herinneringen aan de geuren van haar gevangenschap. De lucht van de goedkope parfums van haar medegedetineerden en de muffe plasticgeur van haar matras, het waren scherp gevonden details die een goed beeld schetsen van hoe geuren bijdragen aan de deprimerende herinnering aan een situatie die allesbehalve je eigen keus is. We kennen allemaal onze collectieve weerzin tegen ziekenhuisgeur, omdat er nu eenmaal erg weinig mensen zijn die positieve herinneringen hebben aan ziekenhuizen.

LICHT MISSELIJK
Geur-tv bestaat niet en ik betwijfel of die er ooit zal komen, maar onze maandenlange aanwezigheid in vrouwengevangenis Ter Peel ten behoeve van de derde serie Buch in de bajes zal voor mij altijd onlosmakelijk verbonden zijn met de geur van de agrarische omgeving, een geur die we helaas (?) niet kunnen overbrengen aan de kijker. Het is een geur van veeteelt, van mest vermengd met natte dierenhuiden en zompige wol, een beetje weeïge lucht die mij als kustbewoner steeds weer licht misselijk maakt tot ik er na een paar uurtjes aan gewend raak.
Wat we wel in het programma kunnen verwerken is iets wat onlosmakelijk met deze geur verbonden is. Niet door het te laten zien en/of horen, daarvoor is het te klein, te onbenullig, maar wel door het tonen van de gevolgen die het heeft op de mensen die ermee geconfronteerd worden. Deze week hebben mijn onvolprezen editor Bram Slinger en ik een interview gemonteerd en daarin een fragmentje laten zitten dat in menig ander programma zou sneuvelen, maar dat hier een alleszeggend detail vormt. Menno is in een gesprek verwikkeld met een gedetineerde vrouw, die ineens wild met haar arm zwaait onder het uitroepen van een hartstochtelijk: ‘Kutvliegen!’
Zo herkenbaar! Na een paar maanden met vliegenmeppers gewapend te hebben zitten monteren in Ter Peel denk ik niet meer, zoals Dawkins impliceert, dat die traagvliegende plakkerige vieze zwarte rotbeesten ons opzettelijk aan het sarren zijn. Nee, ik weet het zeker!

 
P.S. Gelukkig zijn ze sinds de temperatuur in Limburg ’s nachts tot rond het vriespunt is gedaald verdwenen.

 

 

 

 

maandag 7 oktober 2013

DROMEN VAN EEN HUISHOUDTRAP


Onlangs kocht ik bij een bouwmarkt een nieuwe huishoudtrap, zo’n aluminium uitklapding. Ik had mijn huis geschilderd, dus de oude zat onder de klodders verf en de plastic dopjes waren van de poten af zodat er krassen op het parket kwamen, dat werk. Thuis gekomen ontdekte ik iets merkwaardigs. Er zat een gebruiksaanwijzing bij. Bij een huishoudtrap…
Daar staan wonderlijke dingen in, in die gebruiksaanwijzing. Aan de ene kant wordt er van de gebruiker verwacht dat hij of zij wiskundig onderlegd is. Ik citeer: ‘Plaats trap zodanig dat de afstand van de voet van het trap (sic!) tot de muur ongeveer gelijk is aan een kwart van de lengte van de trap. De trap behoort in deze stand onder een hoek van 75 graden t.o.v. het horizontale vlak te staan.’ Aan de andere kant voelde ik me behandeld alsof ik ze niet allemaal op een rijtje heb. ‘Plaats de trap niet ondersteboven of achterstevoren.’ ‘Beklim de trap altijd met het gezicht ernaartoe.’ ‘Draag bij het beklimmen van de trap geen slippers, schoenen met hoge hak of klompschoenen.’ Maar vooral deze vond ik van onschatbare waarde: ‘Verplaats de trap niet wanneer u erop staat.’
NIET ORAAL INNEMEN
Verbijsterend vond ik het. Maar toen legde ik de link met de uitgebreide research die wij met het team van Buch in de bajes hebben gedaan - en momenteel wederom doen voor de komende derde serie -  in gevangenissen. En ineens wist ik het: al die bezuinigingen, al die enorme inspanningen om gedetineerden weer op het rechte pad te krijgen, het kan allemaal voorkomen worden met de juiste gebruiksaanwijzingen.
Bij een mes of schaar bijvoorbeeld: ‘Plaats het mes (de schaar) niet in het lichaam van een persoon.’ Of bij een auto: ‘Parkeer de auto niet in een met een geldautomaat uitgeruste gevel.’ Of bij drugs: ‘Deze drugs niet meenemen in een vliegtuig van Paramaribo naar Amsterdam, en al helemaal niet naar bijvoorbeeld Japan, Brazilië of de Scandinavische landen.’ Of bij een matras: ‘Het matras niet in de brand steken in een flat of eengezinswoning.’ Bij scheermesjes: ‘Niet verticaal over de huid bewegen of oraal innemen.’ Dat lijkt allemaal overbodige informatie, maar geloof me, het gebeurt veelvuldig.
HUISJE BOOMPJE BEESTJE
Ja, we kunnen er cynische grappen over maken, maar helaas zijn er allerlei op het oog voor de hand liggende, simpele vaardigheden die bij de vrouwen in Penitentiaire Inrichting Ter Peel - waar Bidb serie 3 zich afspeelt - geheel afwezig zijn. Als je als klein kind nooit hebt geleerd te spelen, kun je dat met je eigen kind ook niet. Dan moet je dat geleerd worden. Als je nooit bent vastgehouden of geknuffeld, maar alleen maar bent geslagen met een riem, misbruikt bent en aan je haren rond bent gesleept, dan weet je als je zelf kinderen krijgt niet hoe je ze voldoende liefde moet geven. Dan moet je dat allemaal geleerd worden. En gelukkig gebeurt dat ook als die vrouwen in Ter Peel terechtkomen. Maar dan is er inmiddels al wel iets verschrikkelijk misgegaan.
Dan kan je alleen maar hopen dat het niet al te laat is. Zodat die vrouwen en hun kinderen uiteindelijk dat leven kunnen leiden waar ze van dromen. En die dromen zijn zo eenvoudig dat wij er niet of nauwelijks meer bij stilstaan hoe rijk en gezegend we zijn. Want die vrouwen willen gewoon op een huishoudtrap staan, met hun gezicht ernaartoe, en de ramen lappen. Huisje boompje beestje, dat is het ultieme geluk voor vrouwen die dat nooit gekend hebben…
 
 
 
 
 
 
 
 

zondag 8 september 2013

ZIJN DADERS IN FEITE SLACHTOFFERS?


In de eerste week in vrouwengevangenis Ter Peel in Limburg viel me op dat de gedetineerde vrouwen die ik heb gesproken behalve (vermoedelijke) dader, allemaal slachtoffer zijn. Slachtoffer van hun verleden. In directe zin, want door een ingrijpende gebeurtenis in het (recente) verleden zijn ze in de gevangenis terechtgekomen, en in indirecte zin: ze hebben vrijwel allemaal een levensverhaal waarin allerlei – vaak schokkende - omstandigheden buiten hen om ze uiteindelijk in deze moeilijkheden hebben gebracht.
Volgens cabaretier Paul Smit en dj Patrick Kicken zijn we geen slachtoffer van onze omstandigheden, maar van onze gedachten over die omstandigheden en onze reactie daarop. Smit en Kicken zijn ambassadeurs van non-dualiteit, een zienswijze die erop neerkomt dat het individu, het ego niet bestaat, en dat alles wat leeft, alle materie, het complete heelal, uit niets anders dan bewustzijn bestaat. Letterlijk betekent non-dualiteit: niet-tweeledigheid, niet-gescheidenheid. Alles wat bestaat is één groot veld van bewustzijn, van energie. Wat wij ervaren als de werkelijkheid, als tijd, als ruimte, is niet echt, maar een holografische projectie van dat bewustzijn.  
Aanstaande zaterdagmiddag 14 september zendt RTL4 de film ‘Alles over niets’ uit, die vorig jaar op initiatief van Smit en Kicken is gemaakt. Volgens het persbericht laat de film op toegankelijke wijze zien hoe je uit de dagelijkse ratrace kunt stappen door deze geheel andere zienswijze op het leven, een zienswijze die zijn oorsprong heeft in Indiase filosofie. Als de film dezelfde toon heeft als de boeken van het duo, dan is ‘op toegankelijke wijze’ een understatement. Een voorbeeld over het ego, door Paul Smit steevast "het IK-je" genoemd, uit ‘Praten over bewustzijn’ (Samsara, 2010): ‘Het IK-je identificeert zich altijd ergens mee. Met een religie, een baan, een popster, met succes, met spullen en dat is ook het begin van de ellende. Want als datgene waarmee het IK-je zich identificeert in het nauw komt, dan gaat het IK-je om zich heen slaan. Hoezo vind je mijn auto niet mooi? Hoezo vind je dat ik mijn werk niet goed doe? Hoezo vind je mijn geloof niet de waarheid? En zo krijg je met betrekking tot religie dat mensen fundamentalistisch worden. Als alles bewustzijn is en iemand roept dat je auto niet mooi is, dat jouw muzieksmaak raar is en dat jouw geloof idioot is, dan is dat wat het is. Er valt niets te verdedigen.’
DUIZELINGWEKKEND
Elke dag spreken wij over zonsopkomst en zonsondergang. Maar zonsopkomst en zonsondergang bestaan helemaal niet. De zon komt niet op en gaat niet onder, wij komen op en gaan onder. De aarde draait om de zon, en niet andersom. Wij weten dat wel, maar we ervaren het niet zo. Hoe vaak ik afgelopen zomer vanaf het terras van een strandtent de zon niet met eigen ogen in de zee heb zien zakken, prachtig dieporanje en vervolgens rood gekleurd. Wat ook nep is, die kleuren. Net als de houten bureaustoel waarop ik nu zit. De wetenschap heeft recentelijk aangetoond dat materie niet bestaat. Als je dieper en dieper in dat hout doordringt, tot in de allerdiepste kern, dan hou je niets anders over dan een gigantische lege ruimte waarin minuscule deeltjes rondzweven die soms puntjes zijn en soms golfjes, en soms allebei tegelijk, ze krijgen pas vorm als er iemand is die ernaar kijkt en ze kunnen op twee plaatsen tegelijk zijn, oneindig ver van elkaar. Ik begrijp daar ook geen hol van, maar het is echt zo. Als je het enigszins begrijpelijk uitgelegd wil hebben, lees dan het fascinerende, duizelingwekkende boek ‘Een kleine geschiedenis van bijna alles’ van Bill Bryson.
PLAYMOBILPOPPETJES
Met ons idee van een individu zijn, afgescheiden van alle andere miljarden individuen, is het precies zo.  Wij ervaren dat zo, maar in werkelijkheid zijn we druppels in een oceaan van bewustzijn. Druppels die heel stoer tegen elkaar roepen: ik kies ervoor om die kant op te gaan, maar die gewoon gestuurd worden door de stroming. Ook wetenschappelijk bewezen: milliseconden voorafgaand aan gedachten die ons aanzetten tot handelen, zoals ‘ik steek nu mijn rechterhand uit’, is er al hersenactiviteit. Die gedachte, dat initiatief is slechts een slimme truc van het bewustzijn om ons het gevoel te geven dat we een vrije wil hebben. Maar wij zenden geen gedachten uit, wij ontvangen gedachten. Wij worden gedacht. Het is allemaal één groot kosmisch theaterstuk.
Dat zou betekenen dat de vrouwen in Ter Peel geen slachtoffer zijn van de omstandigheden, zoals ze zelf zeggen, maar van hun gedachten. Die ze niet zelf denken. Dus dan zouden ze nog steeds niet verantwoordelijk zijn voor hun daden. En dan zouden de rechtspraak en ons strafsysteem één grote farce zijn. Er zijn mensen die dat al jaren vinden, maar niet om voornoemde reden. En die reden is dat daders niet zelf kiezen voor hun (mis)daad, maar aangestuurd worden als Playmobilpoppetjes in de handen van een kosmische kleuter. Tja… Het mag dan non-dualiteit heten, ik vind het behoorlijk dubbel allemaal. Maar wel fascinerend. Kijken dus.
 
http://www.allesoverniets.nl/

zondag 25 augustus 2013

"SORROW LIVES HERE"


Het is even schrikken als een vrouw waar je als puber een beetje verkikkerd op was getroffen wordt door een ouderdomsziekte. Je bent je pas bewust van je eigen leeftijd als je mensen uit je jeugd om je heen ouder ziet worden. In dit geval Linda Ronstadt.

Deze week werd bekend dat Linda Ronstadt getroffen is door de ziekte van Parkinson en niet meer in staat is om te zingen. Ze is pas 67, en hoewel Parkinson ook bij jonge mensen voorkomt schiet het percentage patiënten pas boven de 70 flink omhoog. Toen ik fan van haar was, was ze rond de 30, maar zag er veel jonger uit. Ze was een natural beauty. Haar albums Don’t cry now (1973), Heart Like A Wheel (1974), Hasten Down The Wind (1976), Simple Dreams (1977), en Living in the USA (1978) prijkten regelmatig  in een aan de muur geschroefde inschuiflijst (afgekeken van platenwinkels) omdat de hoezen minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker waren dan de muziek. Er pasten vijf elpees in dat rekje, en het waren vooral Blondie, ABBA en Earth & Fire die met Linda vochten om een plekje. Dat had meer te maken met de hoesfoto’s van Debbie Harry, Agnetha Fältskog en Jerney Kaagman (ook getroffen door Parkinson) dan met mijn muzikale voorkeur. Ik hield in mijn schooltijd een persoonlijke albumlijst bij, en die werd voornamelijk aangevoerd door Queen, Yes, Pink Floyd en David Bowie. De enige groep waarbij de muziek en de looks voor mij even indrukwekkend waren, was Heart in de tijd van hun fantastische eerste twee elpees Dreamboat Annie (1976) en Little Queen (1977), en de hits Magic Man, Crazy On You en Barracuda.

MOOISTE SONGS ALLER TIJDEN
Bij Linda Ronstadt kwam het aanmerkelijk minder vaak voor dat haar muziek mij echt ráákte, hoe bijzonder ik haar stem en hoe gezellig ik haar hits als You’re No Good en It’s So Easy ook vond. Twee van haar opnames behoren echter tot mijn top 100 van mooiste songs aller tijden: Someone To Lay Down Beside Me en Sorrow Lives Here. Beide nummers drijven op prachtige pianopartijen, en het gegeven dat ik in die jaren begon met zelf liedjes te schrijven op de piano zal daar ongetwijfeld mee te maken hebben. Ik kan aan elk van deze twee pareltjes een heel verhaal wijden, maar ik raad je aan om er gewoon even naar te luisteren. En te kijken, heren! Al is het maar als virtueel hart onder de riem van deze legendarische zangeres, bij wie The Eagles ooit als begeleidingsband begonnen, die maar liefst elf Grammy’s won en die decennialang, onder andere met Emmylou Harris en Dolly Parton, prachtige, succesvolle platen is blijven maken. En die nu door het lot zo zwaar wordt getroffen.


Someone To Lay Down Beside Me   (van het album Hasten Down The Wind, geschreven door Karla Bonoff)

 
Sorrow Lives Here  (van het album Simple Dreams, geschreven door Eric Kaz)

zaterdag 10 augustus 2013

DE GROOTSTE NONSENS ALLER TIJDEN


 
Afgelopen week heeft Veronica de jaarlijkse Album Top 1000 Aller Tijden uitgezonden. Leuk hoor, zo’n weekje muziek op je radio die je de rest van het jaar niet vaak hoort, maar verder zou deze lijst tamelijk schokkend geweest zijn als het echt dè Album Top 1000 Aller Tijden was. En dat is het natuurlijk niet.

Ik hoef slechts vier opmerkelijke feiten uit deze lijst te lichten om de onzinnigheid ervan aan te tonen:

1 - het hoogst genoteerde album van The Beatles staat op nr. 18. Guns N’Roses staat op nr. 11, dus zeven plaatsen hoger dan The Beatles! Guns N’Roses heeft drie albums bij de hoogste 50, The Beatles twee.

2 - Tonight van David Bowie, met afstand zijn slechtste plaat ooit, staat wel in de lijst (nr. 926) en de klassiekers Aladdin Sane, Diamond Dogs en Pin-ups niet.  

3- 90125 is het enige genoteerde album van Yes (op nr. 413), hun baanbrekende albums Close to the edge, Fragile en The Yes Album komen niet voor.

4- Tapestry van Carole King, een van de invloedrijkste albums van een vrouwelijke singer/songwriter ooit, waarvan 25 miljoen exemplaren verkocht zijn, met klassiekers als Natural Woman en You’ve Got A Friend, staat niet in de lijst.

 
En zo zou ik nog heel lang door kunnen gaan.

DEJA VU
Er zijn in Nederland meer van dit soort lijsten;  de Hemelse 100 van 3FM en de Album Top 100 Aller Tijden van Radio 2 zijn, naast die van Veronica, de bekendste. De onderlinge verschillen in die drie lijsten zijn groot. De nummer 6 bij Radio 2, Déjà Vu van Crosby, Stills, Nash & Young, staat op 237 bij Veronica en is bij 3FM onvindbaar. De nummer 3 bij 3FM, Sigh No More van Mumford & Sons, komt bij Veronica in die hele top 1000 niet voor!  
Daarmee is dus al duidelijk dat het een lijst is volgens de luisteraars van een bepaald radiostation. Dat viel te verwachten. Daarnaast is de gemiddelde leeftijd van die luisteraars ook van grote invloed. De meeste mensen zullen in hun top 5 van favorieten zeker 3 of 4 albums plaatsen die ze hebben leren kennen tussen hun 15e en 25e. Op die leeftijd, zo is mij ook gebleken na het maken van 140 afleveringen Wintertijd, zijn we het meest gevoelig voor onuitwisbare muzikale indrukken.  Dat gegeven toont aan dat de gemiddelde leeftijd van de stemmers van grote invloed is op de uitkomst. Vandaar dat we bij 3FM Mumford & Sons, Kensington en The Editors in de hoogste regionen aantreffen, groepen die bij de andere twee niet eens voorkomen.

De tweede periode, naast tussen je 15e en 25e, die bepalend is voor je keuze op dit moment, zijn de  afgelopen twee jaar. Tussen je 25e en twee jaar terug hebben de meeste mensen een groot gat in hun muzikale geheugen. In je adolescentie word je diep geraakt, en die plaat die onlangs diepe indruk maakte weet je je ook nog wel te herinneren. Dat verklaart waarom bijvoorbeeld een zwak album als Making Mirrors van Gotye met daarop die ene briljante wereldhit Somebody That I Used To Know op nr. 97 staat bij Veronica. Ik voorspel dat over 3 à 4 jaar dat album compleet uit de lijst is verdwenen.

SMAAK
Is er een manier om een objectieve albumlijst aller tijden samen te stellen? Je zou naar verkoopcijfers kunnen kijken. Maar dat zegt dan weer niet zoveel over de artistieke en historische waarde van een album. Rolling Stone heeft in 2003 een Top 500 samen laten stellen door 273 toonaangevende musici, critici en mensen uit de platenindustrie. The Beatles waren het meest genoteerd, met 11 albums, waarvan 4 in de top 10 en Sgt Pepper’s op 1.  Carole King’s Tapestry stond bij hen op 36. Dat lijkt er dus al meer op. Maar de golf van kritiek die er op volgde toont wederom aan: over smaak valt niet te twisten.
Maar Guns N’Roses die beter scoren dan The Beatles, dat heeft natuurlijk niets met smaak te maken. Dat is gewoon een grof schandaal.



 

 

zondag 21 juli 2013

DE NACHT VAN RAMSES


Seizoen 2013-2014 wordt een feestjaar voor de vele fans van Ramses Shaffy. De belangrijkste gebeurtenis is de dramaserie over zijn jonge jaren, getiteld ‘Ramses’, die de AVRO in januari uit gaat zenden. Daaraan voorafgaand zijn er twee bijzondere concerten waarbij bekende artiesten Ramses’ repertoire zullen vertolken, èn er verschijnt eind augustus een cd met Shaffy-interpretaties van o.a. Frederique Spigt, Tim Knol en The Scene.


Het eerste concert, Shaffy Symfonica, vindt plaats op 31 augustus op de Uitmarkt in Amsterdam, en wordt live uitgezonden op tv. Onder andere Rob de Nijs, Jenny Arean en Remco Vrijdag doen daar aan mee, begeleid door Holland Symfonica en het combo van Cor Bakker. Het tweede concert, De Nacht van Ramses,  is intiemer van opzet, en vindt plaats in het theater dat een grote rol speelde in Ramses’ leven, het DelaMar Theater. En wel op 1 december, zijn vierde sterfdag. Maar het wordt allesbehalve een treurige herdenking, het wordt een feestelijke viering van zijn unieke talent als componist en tekstschrijver. Met een zeer gevarieerde lijst van deelnemende artiesten, zoals Di-Rect, Frank Boeijen, Karsu Dönmez, Nielson, Moke, Ernst Daniël Smid en Spinvis. Maar ook instrumentale bijdragen van onder meer Michiel Borstlap, Harry Sacksioni en het Nederlandse Blazer Ensemble zullen dit concert tot een onvergetelijke ervaring maken. De opbrengsten gaan naar de Stichting Ramses Shaffy, een fonds ter ondersteuning van jong talent.

MICHIEL VAN ERP
De dramaserie Ramses wordt geregisseerd door Michiel van Erp, bekend van zijn vele unieke documentaires zoals Lang Leve… en Hollands Welvaren. Michiel heeft een eigen productiebedrijf, De Familie, dat hij runt samen met Monique Busman. Zij was eindredacteur van De Show van je Leven (zaterdagavond amusementsshow gepresenteerd door Astrid Joosten)  toen ik daar de muziekproductie deed, zo’n 15 jaar geleden. En nu zij een Nacht van Ramses ging organiseren, heeft ze mij gevraagd om de muzikale samenstelling voor mijn rekening te nemen. Een heerlijke klus. Lekker stoeien met de crème de la crème van de Nederlandse muziek over repertoirekeuze, arrangementen, onverwachte invalshoeken en verrassende combinaties.

In diezelfde Show van je Leven heeft Ramses twee keer opgetreden, één keer met We Zullen Doorgaan voor Wim Kok, en een keer met ’t Is Stil in Amsterdam voor Martin Simek. Uit hoofde van mijn functie begeleidde ik de artiesten op de opnamedagen. Overdag zag je Ramses niet. Hij trok zich terug in zijn verduisterde kleedkamer en kwam er alleen uit voor de camerarepetitie. De man leek een schim van zichzelf, en we vreesden of hij de uitzending ‘s avonds überhaupt zou halen. Maar hij was een levende legende, dus we waagden de gok.

MAGIE
Echter, ’s avonds als de zaal vol zat en Astrid de glunderende hoofdgast vertelde dat Ramses voor hem op kwam treden, bloeide hij op. Hij ging achter de vleugel zitten, liet letterlijk 30 seconden stilte vallen voordat hij het eerste accoord aansloeg en dan was er magie. Echt letterlijk magie! Dan werd je volkomen meegezogen in zijn performance, die zoals altijd uniek en onnavolgbaar was.

Als het ei gelegd was, verruilde hij de donkere kleedkamer voor de sfeervol verlichte artiestenfoyer en vierde het leven. Uiteindelijk stond ik als allerlaatste met hem zijn jas aan te sjorren en vervolgens buiten op straat met een sigaret op zijn taxi te wachten. Dan kreeg ik een knuffel en een pakkerd van hem en liet hij zich op de achterbank vallen, en reed hij de straat uit naar zijn huis op de Herengracht. Het was 1998, 1999. Zoals Sylvester Hoogmoed in zijn meeslepende Ramses-biografie We Zien Wel schreef: ‘De laatste jaren van het oude millennium waren voor Ramses van een meedogenloze verlatenheid…’ 


vrijdag 31 mei 2013

MUZIEK IN DE BAJES


 
De tiende en laatste aflevering van Buch in de bajes 2 is uitgezonden, het zit erop, en het was een succes! Gemiddeld hadden we 1,25 miljoen kijkers, en de reacties waren alom lovend. Op Twitter werden prachtige complimenten uitgedeeld, het personeel van de PI Vught is trots en ik kreeg, ook van mensen die ik in jaren niet gesproken had, tal van enthousiaste mailtjes en berichtjes. Men was onder de indruk, van de aangrijpende en schokkende verhalen van gedetineerden, van Menno’s aanpak, van het geduld en het vakmanschap van de medewerkers, van hoe het programma in elkaar stak en van de heftigheid die men in ons kikkerlandje nauwelijks vermoedde.

Maar ook, en dat maakt mij persoonlijk heel blij, van de muziek. De muziek speelt in Buch in de bajes een essentiële rol. Dat zou het in elk programma moeten doen, vind ik. Want je kunt met muziek een ongelofelijke meerwaarde aan je programma toekennen. Steven Spielberg zei het al: Mensen kijken voor 50% met hun oren. Hij doelde daarmee niet alleen op het belang van muziekgebruik, maar van geluid in zijn algemeenheid, dus ook geluidseffecten, sound design etc.

STEVE HACKETT
Ik heb vóór Buch in de bajes jarenlang met Menno’s vrouw Nicole samengewerkt, maar Menno kende ik maar zijdelings. De eerste keer dat wij elkaar in het kader van Buch in de bajes ontmoetten, liet hij me de proefopnamen zien die geruime tijd eerder in de gevangenis in Alphen aan de Rijn waren gemaakt. Bij de eerste muziek die voorbijkwam, zei ik: ‘Mooi, Steve Hackett!’ Menno viel van zijn stoel van verbazing: ‘Ken jij Steve Hackett?’ Sterker nog, ik wist de titel van het nummer en van welk album het kwam. Ik ben al sinds eind jaren ’70 groot Hackett-fan. Steve Hackett was ooit gitarist van Genesis, maar verliet de band voordat ze echt huge werd met makkelijker in het gehoor liggende, commerciëlere pop. Hij ging solo en maakt sindsdien schitterende muziek. 11 van zijn werken kwamen in Buch in de bajes 2  voorbij.

Steve Hackett en het oude Genesis vallen onder de noemer progrock, een afkorting van progressieve rock. Progressieve rock ontstond eind jaren ’60, met bands als King Crimson, Gentle Giant, Jethro Tull, Pink Floyd en Yes als pioniers. Het is complexe muziek, niet zelden met poëtische, onbegrijpelijke teksten, en lange nummers. Heel lange nummers:  10, 15, soms zelfs meer dan 20 minuten. Ik zat in de jaren ’80 een keer in Vredenburg in Utrecht bij een concert van Yes, en achter mij zat een jongeman die een stuk of wat joints voor zich had liggen op de rand van die halfronde tribune die ze daar hadden. ‘Voor elk nummer wat er toe doet één,’ zei hij. ‘En dat zijn alleen de nummers van minimaal een kwartier. De rest zijn vullertjes.’ Eén van die “vullertjes” werd wel hun grootste hit ever (Owner Of A Lonely Heart), maar is voor de echte Yes-fans een minderwaardige knieval naar commercie.

EXTATISCH
Anyway, Menno wilde in Buch in de bajes alleen maar kwaliteitsmuziek, en dat is in zijn ogen (oren) progrock. Ik ben zelf ook groot fan van Yes, Genesis, UK, Spock’s Beard, Transatlantic, Happy the Man, Camel en noem maar op, dus ik zag dat he-le-maal zitten. Gaandeweg het montageproces heb ik de bakens wat verzet en ook tegen progrock aanschurkende bands als The Gathering, Portishead en Sigur Ros een prominente plek gegeven, omdat hun muziek perfect past in de vervreemdende, bizarre sfeer van een gevangenis.

Progrock gaat van ingetogen, fluisterstil, ontroerend en meditatief naar snoeiharde rock met gierende gitaarsolo’s, en de sfeer in Buch in de bajes kent die uitersten ook. Progrock is verhalende muziek, en bizarre verhalen zijn een kernwaarde van het programma. Het matchte wonderwel, en zo draagt de muziek die je in geen enkel ander programma hoort – zeker niet prime time op RTL4! – bij aan de geheel eigen sfeer van het programma en de erin behandelde materie. Progfans zijn extatisch over het feit dat ze hun idolen als Dream Theater, Marillion en Peter Gabriel in een tv-programma voorbij horen komen. Dat is volslagen uniek, omdat niemand ooit eerder op het idee is gekomen dat deze ‘moeilijke’ muziek zou kunnen werken voor een breed publiek. Menno geloofde erin dat het wel degelijk zou kunnen, en dat is ook gebleken. Dankzij hem heb ik voor mij nieuwe progbands als Anathema, Unitopia, RPWL en Sylvan leren kennen. En meteen gebruikt, met succes.

Ik ben er trots op dat ik ooit aan de wieg heb gestaan van de muziek die tot op de dag van vandaag in Wie is de mol? wordt gebruikt.  De vast terugkerende thema’s, waaronder de leadermuziek, heb ik in 1999 uitgekozen. Maar het huwelijk tussen inhoud, sfeer en gebruikte muziek in Buch in de bajes overtreft die trots, want deze muziek is de muziek die me zeer na aan het hart ligt. En die mede aan de basis ligt van de ijzersterke band die Menno en ik inmiddels hebben opgebouwd. Want dat is de andere kracht van progrock: het smeedt jongens- en mannenvriendschappen. Toch, Marcel?
 

 

 

woensdag 3 april 2013

'WELTERUSTEN, MENEER TEEVEN!'


'Buch in de bajes was vorig jaar al heftig, maar dit jaar doet hij er nog een schepje bovenop.' 'Fascinerend.' 'Bizar.' 'Indrukwekkend.' 'Geweldig.' 'Fantastisch.' 'Ongelofelijk.' 'Ben er stil van...' 'Geniaal.' 'Kippenvel.' 'Spannend.' 'Sodeju, hé...' 'Verbijsterend.' 'Wat een topprogramma.' 'Heerlijkste programma ever.' 'Eén van de mooiste programma's die er zijn.'
Een kleine greep uit de vele honderden reacties op Twitter naar aanleiding van de eerste aflevering van Buch in de bajes II afgelopen donderdagavond. Ruim 1,1 miljoen kijkers vergaapten zich aan Menno's ronde door Unit 1, het regime voor beheersmatig problematische gedetineerden, ofwel onhandelbare, agressieve criminelen. Ook Menno zelf werd veelvuldig geprezen. 'Wat een bewondering heb ik voor die man.' 'Wat doet Menno dit toch goed.' 'Menno is top!' 'Respect voor Menno.' ''Meneer Buch is wel een bikkel. Ik zou inmiddels in een foetushouding in een hoekje liggen te huilen.'
Ik heb als eindredacteur van dit programma dagen lopen zweven na al dit overweldigende enthousiasme. En dan te bedenken dat dit nog niet eens de sterkste aflevering is van de 10. Er staat nog heel wat fascinerends, indrukwekkends en verbijsterends te wachten. Het wordt een mooi seizoen!

DODE VOGEL
Maar er waren ook kritische reacties. Op twee daarvan wil ik graag even kort ingaan. Allereerst deze: 'Programma wel sterk gekleurd, sensatiegericht soms. Theatraal muziekje erachter bij shot van dode vogel op prikkeldraad en zo.'  Ik zal zeker niet ontkennen dat we muziek en shots gebruiken om een bepaalde sfeer neer te zetten. Als je dat sensatiegericht wil noemen, soit. Ikzelf vind dat een overdreven omschrijving; de verhalen, de beelden en de gesprekken zijn al sensationeel genoeg van zichzelf, daar hoeven wij vrijwel niets meer aan toe te voegen. Dit is van een andere orde dan als in bijvoorbeeld Red Mijn Vakantie met theatrale muziek drie keer hetzelfde shot van een smerig doucheputje of een beschimmelde koelkast voorbij komt. Dat is het opkloppen van iets dat eigenlijk nergens over gaat. Mind you, ik kan enorm genieten van Red Mijn Vakantie, ik vind het hilarische tv. Maar hoewel het genoemde shot met de dode vogel op het randje is en bedoeld is als vette knipoog, durf ik te stellen dat we een 100% integer en allesbehalve sensatiebelust programma hebben gemaakt. Wat beaamd wordt door kijkerstweets als: 'Menselijk en niet sensatiebelust' en 'Een mooi inkijkje zonder sensatiezucht.'

PODIUM
En dan deze: 'Dat Buch in de bajes is toch een enorm treurig programma. Waarom komen die mensen op tv?' En: 'Je geeft die malloten toch geen podium om hun mening te ventileren... waardeloos programma.'  Buch in de bajes geeft een realistisch inkijkje in de wereld van de Nederlandse gevangenissen. En ja, in gevangenissen zitten ook gevangenen. Als we daar met een grote boog omheen zouden lopen, wat maak je dan voor programma? Juist door deze mensen aan het woord te laten begrijp je met wat voor 'doelgroep' de mensen die hier werken dag in, dag uit te maken hebben. Uit het overgrote deel van de reacties op Twitter sprak met name verbijstering over de denkwereld en de krankzinnige uitspraken van de gedetineerden. Als we dat niet laten horen, begrijp je deze wereld maar half. En dan zouden we dus half werk gedaan hebben. Pas door ze aan het woord te laten begrijp je de noodzaak van ons gevangenissysteem. De Nederlandse kijker is, en dat blijkt ook uit de reacties, prima in staat om zelf een oordeel te vellen over 'de geventileerde meningen.'

ENKELBANDJE
Ook over Buch in de bajes in relatie tot de door staatssecretaris Teeven aangekondigde bezuinigingen werd veel getwitterd. 'Zo, meneer Teeven, ook gekeken naar Buch in de bajes? Ik hoop dat je lekker slaapt. Welterusten!' 'Zojuist Buch in de bajes gezien? Dat zijn dus de mensen die straks in uw straat met een enkelbandje op de bank zitten.' Nou, nee dus. De categorie gedetineerden die in Unit 1 zit, het regime dat we in de eerste aflevering hebben belicht, krijgt zeker in deze fase van volstrekte onhandelbaarheid echt geen enkelbandje. Heb geduld: de categorie die daar mogelijk wèl voor in aanmerking komt, krijgen we ook nog te zien. Plus een paar schrikbarende staaltjes van rechterlijke dwalingen. De eerste meteen deze week in aflevering 2. Alvast veel kijkplezier en kippenvel gewenst. En blijf twitteren!

 

zondag 24 maart 2013

10 SPRAAKMAKENDE WEKEN VOOR DE BUCH

Het was voorpaginanieuws de afgelopen dagen: er gaat 340 miljoen bezuinigd worden op onze gevangenissen. 23 worden er gesloten, 3700 banen verdwijnen. De helft van de gevangenen moet met z'n tweeën in één cel, avond- en weekendprogramma's worden afgeschaft. De gemiddelde duur van tbs moet terug van 10 naar 8 jaar, en er moet meer gebruik gemaakt gaan worden van elektronische detentie. Enkelbandjes dus. Die 'thuiszitters' moeten gaan werken of een opleiding gaan volgen.

Onmiddellijk barstte een stortvloed aan kritiek los. Er was bijvoorbeeld veel zorg over het met twee op één cel-beleid. Hoogleraar penitentiair recht Miranda Boone vindt dat 'zorgelijk. Niet iedereen is daarvoor geschikt.' Nee, dat klopt, maar dat hoeft ook niet. Staatssecretaris Teeven wil de helft van de gevangenen met twee op één cel, en dat is niet iedereen. Maar de man die Menno in aflevering 2 van Buch in de bajes II spreekt die 's nachts met oordopjes in slaapt omdat hij geen enkel geluid of prikkel kan verdragen en zijn lawaaiige buurman het liefst zou vermoorden, nee, die komt niet in aanmerking.

Voorzitter van Reclassering Nederland Sjef van Gennip zegt over elektronische detentie: 'Stel dát gedetineerden een baan vinden in deze tijd van hoge werkloosheid, dan hang ik de vlag uit.' Ik denk ook dat dat niet gaat werken (letterlijk en figuurlijk), de mannen met enkelbandjes moeten aan het werk gezet worden op terreinen die door de crisis niet meer betaald kunnen worden. Laat ze zwerfvuil oprapen, sneeuwruimen, de openbare ruimte die steeds verder verloedert opknappen. Kortom: de maatschappij een tegendienst bewijzen voor het geleden leed.

WINSTGEVEND
SP-kamerlid Nine Kooiman zei: 'Alles wat de recidive omlaag brengt, gooit Teeven nu omver. Als je gedetineerden niet meer begeleidt, is het wachten tot het fout gaat.' Met andere woorden: penny wise, pound foolish. De afgelopen maanden heb ik bij het maken van Buch in de bajes II ook weer kunnen zien hoe ongelofelijk moeilijk het is om gedrag bij gedetineerden te veranderen. We hebben mannen de poort uit zien lopen met de vaste overtuiging nooit meer in de gevangenis terug te keren, en in no time waren ze toch weer opgepakt. Maar 'ongelofelijk moeilijk' is nog niet onmogelijk. Bij de veelplegers in Vught lukt het bij ruim 3 op de 10, en dat scheelt de maatschappij 1500 Euro per persoon per dag, zo rekent afdelingshoofd Jack Wubben van de Instelling voor Stelselmatige Daders (ISD) ons in aflevering 5 voor. Want zoveel schade veroorzaken zij in hun dagelijkse jacht op geld om drugs te kunnen kopen. Er zitten in de ISD in Vught 48 veelplegers. 15 daarvan zien ze dus na behandeling niet meer terug. Dat levert dus 15 veelplegers x 1500 Euro x 365 dagen = 8,2 miljoen Euro op!! Terwijl de onkosten 48 veelplegers x 350 Euro onkosten per dag x 365 dagen = 6,1 miljoen Euro bedragen. Die ISD is dus gewoon winstgevend!

VERBIJSTERENDE TELEVISIE
Aanstaande donderdagavond om half 10 gaat Buch in de bajes II van start op RTL4. Op het bovengenoemde kaartje met Nederlandse gevangenissen kun je zien dat de PI Vught, waar we deze tweede serie gedraaid hebben, (nu nog) de grootste van Nederland is. (Straks is dat een nieuw te bouwen complex in Zaanstad, dat deels de koepel in Haarlem, de Bijlmerbajes en Heerhugowaard gaat vervangen.) Maar Vught is niet alleen de grootste, er zijn nog veel meer superlatieven. Je hebt er de EBI, de strengst beveiligde unit van Europa. Je hebt er een psychiatrisch centrum met het hoogste zorgniveau. Je hebt er een ZISZ-afdeling, wat staat voor Zeer Intensieve Specialistische Zorg, waar zes extreem gevaarlijke TBS-ers zitten die zelfs elkaar nooit mogen zien. Op al die afdelingen hebben we alles mogen filmen en heeft Menno zowel bewaarders/verplegers als gedetineerden/patiënten uitgebreid gesproken, wat verbijsterende televisie oplevert.

We beginnen in aflevering 1 op Unit 1, de afdeling voor Beheersproblematische Gedetineerden. Hier zitten agressieve, onhandelbare gevangenen waar ze in de rest van Nederland geen raad meer mee weten. Op de eerste de beste draaidag (en de opening van aflevering 1) zijn er net twee mannen binnengebracht die elders in Nederland gevangenispersoneel zwaar mishandeld hebben. Bewaarders John en Jan gaan op hun ochtendronde bij ze langs, en Menno gaat mee. Zo begint het, om de komende tien weken niet meer op te houden.

COMPLEXITEIT VAN DE PSYCHE
Het is volstrekt uniek dat Dienst Justitiële Inrichtingen en de directie van de PI Vught ons carte blanche hebben gegeven. Uiteraard was het aan de personeelsleden en de gedetineerden zelf of ze aan ons programma wilden meewerken. En uiteraard stond de veiligheid altijd en overal voorop. De top van DJI, de PI Vught en RTL4 hebben alle afleveringen al gezien, want ze zijn zo goed als klaar. Iedereen was zwaar onder de indruk en ze hebben vrijwel om geen enkele aanpassing gevraagd. Soms vroeg RTL om dingen wat duidelijker uit te leggen, soms corrigeerde de gevangenisdirectie een niet helemaal correcte uitleg van een bepaalde procedure, maar dat was het dan ook.

Afgelopen zomer is Menno door het oog van de naald gekropen. Hij was ernstig ziek, en hij is nu volledig genezen. Daarbij heeft hij laten zien over een bovenmenselijke oerkracht te beschikken. Maar om dan ook nog direct daar achteraan zo'n programmaserie neer te zetten, dat is ongelofelijk. Hij is met zijn onwaarschijnlijke drive zo in de materie gekropen, dat hij boven zichzelf is uitgestegen als programmamaker. Het is voor mij als 52-jarige inspirerend om iemand op zijn 61e zo te zien pieken!

Ik ben ervan overtuigd dat deze serie veel los gaat maken. We hebben 10 spraakmakende weken voor de Buch. En aan het eind heeft iedereen die heeft gekeken hopelijk iets geleerd over de enorme complexiteit van de menselijke psyche, want dat is in mijn ogen in essentie waar dit programma over gaat. En oordeel dan zelf maar of de maatregelen van Teeven toe te juichen of af te keuren zijn.

zondag 3 maart 2013

HET BEST BEWAARDE GEHEIM VAN NEDERLAND

De afgelopen maanden heb ik voor een opdrachtgever een boekje geschreven over de geschiedenis van hun bedrijf en over hun producten. Ze verkopen die producten wereldwijd via internet en distributeurs in landen als de V.S. en Japan. Voor dat boekje heb ik een aantal gebruikers van over de hele wereld geïnterviewd over hun ervaringen met het product.
Een paar quotes uit die interviews:
'Het was liefde op het eerste gezicht. En de eerste aanraking was een levensveranderende ervaring. Ik kan het nauwelijks beschrijven, het was totaal nieuw! Hier ben ik 17 jaar naar op zoek geweest. Ik heb mezelf opnieuw uitgevonden. Het is een keuze voor het leven. Het is perfectie, pure perfectie. Ik kan er uren, dagen over praten.' Aldus een gebruiker uit Duitsland.
'Ik heb 30 van de allerbeste voorbeelden uit de geschiedenis [van dit product] in huis. Maar sinds ik deze heb, raak ik die andere vrijwel niet meer aan.' Aldus een Nederlandse eigenaar.
'Ik heb zoiets moois nog nooit eerder gezien of gehoord. Het ontwerp is briljant. Had ik hem maar eerder ontdekt. Ik had net twee exemplaren van een ander merk gekocht voor een hoop geld, die liggen daar nu maar te liggen. Het heeft me zelfbewuster gemaakt, het heeft me een betere vakman gemaakt. Ik hoop dat de hele wereld gaat ervaren hoe fantastisch dit is.' Zegt een Zweedse gebruiker.
En tenslotte een dame uit Brazilië:  'Het is zo ongelofelijk goed, en totaal anders dan wat de markt verder te bieden heeft. Het past perfect bij mijn stijl.'  Ze noemt haar exemplaar 'my baby'.

EEN 9.6 UIT 10
Maar ook recensenten van de internationale vakbladen zijn lyrisch. 'Sensationeel.' 'Een van de beste ter wereld.' 'Geweldig in zijn prijsklasse.' 'Perfect gebouwd.' 'Welkom in de 21e eeuw. Excellent.' 'De zorg en aandacht die is besteed aan alle vernieuwende details zijn onmiddellijk duidelijk vanaf het moment dat je hem oppakt. Een 9.6 uit 10!'
We hebben het hier over een Nederlands product, lezers en lezeressen, dat wordt gemaakt in een fabriekje aan het Spaarne in Haarlem. We hebben het over een elektrische gitaar. Of beter: twee elektrische gitaren - de OIO en de O2O - en een basgitaar - de O5O, van Aristides Instruments.
Vernoemd naar Aristides Poort, de uitvinder van het materiaal waar deze gitaren van gemaakt zijn: arium. Arium is een kunststof, een composiet, een mengsel van harsen. De Zweedse gitarist Magnus Tveiten noemt het 'het best bewaarde geheim van Nederland.' Meer dan 15 jaar werkte Poort aan de perfectionering van het materiaal, en volgens hemzelf zal het ook nooit uitontwikkeld zijn. 'Het is net als de bouillabaisse van een chefkok: je blijft steeds weer nieuwe ingrediënten uitproberen.'
De belangrijkste onderscheidende eigenschap van arium gitaren - want daar gaat het tenslotte om bij muziekinstrumenten - is de fantastische klank, en de enorme sustain. Arium heeft miljoenen kleine celletjes, luchtbelletjes zoals in koolstofhoudende dranken, waardoor het geluid ver en lang draagt. En omdat de hele gitaar, body en hals, uit één stuk bestaat is er ook geen onderbrekende drempel. Bovendien is elk instrument van dezelfde hoge kwaliteit, waarbij het bij houten gitaren enorm kan variëren. Daarnaast roemen recensenten en gitaristen de speelbaarheid, de stemvastheid, de veelzijdigheid, het uiterlijk, en het perfectionisme waarmee de gitaren zijn afgewerkt. Ik ben in de fabriek geweest, en inderdaad, aan elk detail wordt de grootst mogelijke aandacht besteed.

UITBLINKEND VAKMANSCHAP
Al jaren wordt de elektrische gitarenmarkt gedomineerd door Fender en Gibson. Die gitaren zijn van hout, en de vrij gesloten gemeenschap van gitaristen is erg sceptisch over dat het anders zou kunnen dan met dat levende materiaal dat volgens hen verantwoordelijk is voor de ziel van hun instrumenten. Ook Adje Vandenberg en de jonge Nederlandse gitarist Timo Somers (Delain, Vengeance) geloofden er aanvankelijk niet in, maar beiden waren ze toen ze uit nieuwsgierigheid toch eens een kijkje gingen nemen bij Aristides, totaal overrompeld en meteen om.
Zoals ik het enorme enthousiasme van bespelers en eigenaren van Aristides gitaren heb ervaren, kan het niet anders of het is een kwestie van tijd dat dit Nederlandse product de wereld gaat veroveren. En dat is waar we in deze crisisjaren zo'n behoefte aan hebben, aan uitblinkend vakmanschap en ambachtelijk ondernemerschap voortkomend uit liefde voor het product. Ik ben er trots op er een heel klein beetje bij betrokken te zijn, al is het maar door de boodschap te helpen uitdragen dat we hier met iets heel bijzonders te maken hebben.

Luister zelf:

Timo Somers

Magnus Tveiten

zondag 3 februari 2013

DRUKWERK IS TERUG!


In 1983 zong Harry Slinger op één van de nummers van de derde elpee van Drukwerk, (N)Iemand wint: ‘Bezuinigen, bezuinigen, geen werk meer. De schulden, de belasting, het stijgt weer. Democratie, wat doe je nou?’ In drie decennia is er dus weinig veranderd. Maar ook de teksten van liedjes als ‘Moeder aarde’(over de uitputting van onze planeet) en  ‘Laat de rijken de crisis betalen’ hebben in al die tijd weinig of niets aan actualiteit ingeboet.
INWISSELBAAR
De originele opnamen van deze songs, allemaal opgenomen in de eerste helft van de jaren ’80, zijn echter wel degelijk door de tand des tijds aangetast. Voor degenen die in die tijd fan waren en Drukwerk veelvuldig draaiden, zullen deze oorspronkelijke versies  door hun nostalgische waarde onovertroffen blijven. Voor alle anderen is er nu een album aanstaande van een hernieuwd Drukwerk waarop 17 oude songs in een fris 2013-jasje zijn gestoken. Het enige oorspronkelijke bandlid is, uiteraard, frontman Harry Slinger. Zijn naam is net zo synoniem met Drukwerk als Mick Hucknall met Simply Red of Debbie Harry met Blondie. Wie er verder achter hen staan om de instrumentale begeleiding en achtergrondkoortjes te verzorgen, is inwisselbaar. Maar daarmee is niet gezegd dat de bandleden stiekem wel van grote invloed zijn.
MARTELING
Tussen 1 januari 1984 en 1 juni 1988 maakte ik zelf deel uit van Drukwerk, als toetsenist. De liedjes uit de meest succesvolle periode van Drukwerk, tussen Je Loog Tegen Mij (1982) en de laatste echte hit Carolien (1984), werden naarmate de samenstelling van de band wisselde, steeds anders uitgevoerd, in arrangementen die het resultaat waren van de verschillende ideeën van de toenmalige bandleden. Wat dat betreft is Slinger een democraat van de zuiverste orde, want hij liet dat allemaal toe en genoot er zelfs van dat er steeds nieuwe versies ontstonden die het voor de duizendste keer zingen van Marianneke of Wat Dom alleen maar leuker maakte. De eerste keren dat hij met een orkestband het land in werd gestuurd door manager Jaap Buys om de gaten in de begroting te vullen waren een marteling voor hem, want hij miste de wisselwerking met zijn bandleden en de steeds weer nieuwe invalshoeken en opvattingen die het spelen met een band zo’n feest maken.
BAARLIJKE NONSENS
In april 2011 was ik er getuige van dat Harry voor het eerst optrad met zijn toen 23-jarige zoon Bram en diens bandje, in een kroeg in Zaandam. De jongens hadden een aantal oude Drukwerksongs opnieuw gearrangeerd en met zichtbare lol en trots liet senior zich door junior en de zijnen begeleiden. Een kleine twee jaar later is er nu dan een cd met 17 oude Drukwerksongs uitgevoerd door deze 2013-versie van Drukwerk, geproduceerd door Ton op ‘t Hof.  Hetzelfde spelplezier van die bijzondere avond in dat Zaanse café is  regelrecht overeind gebleven. Met name voornoemd Bezuinigen, Moeder Aarde en Hee Amsterdam zijn tijdloos goeie nieuwe versies. De kracht van het album is juist die tijdloze benadering: met name Bram Slingers toetsenwerk heeft een lekkere seventies-feel, maar zonder dat het ouderwets klinkt.  De enige knieval voor de tijdgeest is het gesproken intro van Schijn Een Lichie Op Mij, waarin Harry het nu over Facebook en Twitter heeft, maar dat verder gelukkig nog steeds dezelfde baarlijke nonsens is als 30 jaar geleden. Harry is overigens opvallend goed bij stem op zijn 63e. Sterker nog: hij zingt klassen beter dan op de oorspronkelijke opnamen van 30 jaar geleden. Dat alleen al is een reden om deze aanstekelijke collectie te beluisteren. Zelfs al staan er maar twee liedjes van mij op…

 

 

zondag 13 januari 2013

NEDERLAND HEEFT GEEN IDEE...

In de opening van de eerste serie Buch in de bajes zei Menno: 'Er wordt gedacht dat gevangenissen in Nederland een soort hotels zijn met keuzemenu's en plasmaschermen aan de muur.' De intentie van de serie was om te laten zien of dat klopte. Aan de reacties was te merken dat bij een deel van de kijkers dat hotel-beeld alleen maar versterkt werd, een ander deel was van mening dat het tegendeel waar was. In beide gevallen zegt dat meer over de desbetreffende kijkers dan over het gevangenisbeleid op zich: mensen met een groot empatisch vermogen zullen sneller aanvoelen dat het geen picknick is om opgesloten te zitten, anderen die minder invoelend zijn of die wellicht slachtoffer zijn geweest van criminaliteit zullen alles wat ook maar enigszins op luxe of verzachtende omstandigheden wijst zonder meer afwijzen.

TOEWIJDING
De afgelopen drie maanden heb ik met het Buch in de bajes-team elke dag - uitgezonderd de weekenden en de kerstdagen - in de gevangenis in Vught rondgelopen en 's avonds in een hotel in St. Michielsgestel gebivakkeerd. Een mooi hotel - een voormalig klooster -, met een uitstekende keuken, een zwembad, een fitnessboerderij en toegewijd personeel. Zo'n hotel vergelijken met de bajes is natuurlijk volstrekt onzinnig. Op één ding na: het toegewijde personeel. Drie maanden lang liepen we elke ochtend de gevangenispoort door met al die mannen en vrouwen, 800 in getal, die elke dag opnieuw aan de slag moeten met criminelen, psychiatrische patiënten, veelplegers, drugsverslaafden, TBS-ers, moordenaars, terroristen, zedendelinquenten en/of - excusez le mot - gevaarlijke gekken.  Drie maanden lang hebben we ze in hun werkzaamheden gevolgd en zijn we getuige geweest van onwaarschijnlijke staaltjes van vakmanschap, geduld, zelfbeheersing, doorzettingsvermogen en inzicht. Regelmatig zagen we dingen waarvan we dachten: schieten ze nou niet een beetje door? Maar als je dan doorvraagt, blijkt achter elke procedure, elke handelswijze, elk traject altijd weer een gedachte te zitten. Niets wordt aan het toeval overgelaten. En aan alles ligt één principe ten grondslag: proberen om bij terugkeer in de maatschappij - als ze al terug kunnen of mogen keren - die maatschappij te vrijwaren van de eerdere ellende die de gestraften hebben veroorzaakt. In lekenogen kan dat er uitzien als pamperen, over-psychologiseren of handelen in tegenstelling met het gezegde 'zachte heelmeesters maken stinkende wonden'. Menno vraagt ze steeds weer om uitleg en toelichting, en die duiding zal als een rode draad door de komende serie lopen.

GESCHOKT
De drie maanden zitten er voor mij op. Het was een intense, onvergetelijke tijd. Ik ga de komende twee maanden met editors Bram Slinger en Julie Pagnier in Amsterdam de montages afronden. Voor intern gebruik hebben Bram en ik vast een compilatie van de eerste vijf afleveringen gemaakt. Bij thuiskomst uit Vught heb ik die aan Petra laten zien. Al na tien minuten liepen de tranen haar over de wangen, geschokt door de hopeloosheid van met name de geesteszieke gedetineerden. Toen het na drie kwartier was afgelopen zat ze nog een volle minuut naar het inmiddels zwarte scherm te staren en zei toen: 'Nederland heeft geen idee. Nederland heeft echt geen enkel idee...'

Dat klopt. Maar daar komt dit voorjaar verandering in...