zondag 29 april 2012

What's in a name

Wat mij al snel opviel in de bajes van Almere bij het maken van Buch in de bajes, was dat de gedetineerden door het personeel worden aangesproken met ‘u’ en ‘meneer’. Ik heb daar verder geen oordeel over, het is een gegeven. Professionele afstand, vermoed ik. Een gegeven dat wel voor de nodige communicatiestoornissen zorgde, want als wij tegen een bewaarder of een afdelingshoofd zeiden: ‘We komen voor een interview met Volkan’ of ‘Is Yasin al uit de iso?’, dan hadden ze geen idee over wie we het hadden. Zij kennen de voornamen van hun tijdelijke bewoners niet.

Gelukkig zijn er ook een aantal bij wie we dat probleem niet hadden. Ze dragen namen als Kongo of Portis of Saddam, en ze worden door het personeel Meneer Kongo, Meneer Portis of Meneer Saddam genoemd. Dus wisten we over en weer altijd over wie we het hadden. Nog belangrijker: de kijker kan het beter volgen. Alle boeven moeten geblurd worden, dus een herkenbaar etiket middels een naam is dan wel een handig middel tot identificatie, zeker bij gedetineerden die in meerdere afleveringen terugkeren. ‘Ah, die vlek is die Portis weer die vorige week helemaal uit zijn plaat ging!’ Helder en duidelijk.

Not.

Er had natuurlijk een lichtje bij ons moeten gaan branden. Waaróm worden ze Meneer Kongo, Meneer Portis of Meneer Saddam genoemd? Omdat dat hun achternamen zijn, dummy. En wij mogen geen achternamen gebruiken, een verschijnsel dat we allemaal kennen uit de media waar we lezen en horen over Willem H., Volkert van der G., Keith B. en Robert M. Dus als Menno tegen Meneer Kongo zegt: ‘Hé, Kongo, hoe was het op de rechtbank?’, dan moeten we Kongo wegknippen of –piepen. Met als gevolg dat je helemaal geen naam meer hebt om iemand mee te duiden. Behalve in de naamtitel dan. Maar dan staat er Ardin K. of Virgil P., terwijl helemaal niemand hen ooit Ardin of Virgil noemt. Eigenlijk zinloos. Ze zijn zélf bijna vergeten dat ze zo heten.

Wat mij fascineert is: hoe komt het dat hun achternaam hun roepnaam is geworden? Wij kennen wel Prince, Madonna, Gordon, Anouk, kortom: mensen die beroemd zijn geworden met alleen hun voornaam en van wie de achternaam (respectievelijk Nelson, Ciccone, Heuckeroth en Teeuwe) vrijwel onbekend is. In sport en politiek is het gebruik van alleen de achternaam wel gangbaar: Cruyff, Wilders, Teeven, Gullit, Rutte, Balkenende, Van Basten, etc. Maar ik denk niet dat Estelle thuis zegt: ‘Gullit, wil je nog koffie?’ of ‘Gullit, zet jij de vuilnisbak even buiten.’ Bij Kongo, Portis en Saddam is dat dus wel het geval: iedereen noemt ze zo, vrienden en familie incluis. Wonderlijk.

Bij Portis heeft het trouwens een aardig bijkomend voordeel. Hij vertelt vanavond op tv aan Menno: ‘Mijn broers, neven, ooms zitten ook vast in dezelfde zaak. 10 man in totaal.’ Vrouwenhandel, overigens. En als die verdachten allemaal Portis heten, dan heeft Justitie daar een leuke kluif aan! Officier: ‘Heeft Portis u achter de ramen gezet?’ Getuige: ‘Nee, Portis niet. Het was Portis. Samen met Portis.’

P.S. De namen Kongo, Portis en Saddam zijn - uiteraard - gefingeerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten