Deze week was het 30
jaar geleden dat ik voor het eerst met Drukwerk optrad, in een tot de nok
gevulde zaal in het Drentse dorp Ruinerwold. Op 27 december 1983 maakte ik kennis
met de leden van in die tijd één van de bestlopende, populairste bands van
Nederland; vijf dagen later stond ik met ze op een podium terwijl we nog nooit
hadden gerepeteerd of samengespeeld. Het moment dat ik in de coulissen stond te
wachten tot we op moesten, stierf ik duizend doden. En tegelijkertijd heb ik me
zelden zo lévend gevoeld ...
SPELD IN EEN
HOOIBERG
Ik studeerde op dat moment Engels aan de Vrije
Universiteit. Maar niet van harte. Mijn passie was muziek; ik had klassiek pianoles,
begeleidde een paar koren en speelde in een band, Tape Running. We speelden eigen
repertoire, Engelstalige pop, rock, funk en reggae. Optreden deden we zelden of
nooit, het was vooral oefenen en songs schrijven. Eén van de vele
repetitieruimtebandjes van Nederland. Ik koesterde het verlangen om voor volle
zalen te spelen, van muziek te kunnen leven, platen op te nemen met eigen
liedjes, fans te hebben. Al sinds mijn elfde, twaalfde was mijn grootste
droomwens om op te treden in het programma waar ik totaal verslingerd aan was: AVRO’s
Toppop. Maar ja, hoe pak je dat aan? Er waren maar twee wegen: of een hit
schrijven en doorbreken, of toetreden tot een band die al succesvol was.
Solliciteren, met andere woorden. Dat laatste was natuurlijk een speld in een
hooiberg; kans 1 promille dat er een goedlopende band op zoek is naar een
nieuwe toetsenist en dan ook nog voor mij kiest.
En toch pluisde ik de Musici & Artiesten-speurdertjes
in De Telegraaf uit. Je weet maar nooit.
Al twee keer eerder ging ik op auditie, bij new wave band Poison Ivy en bij
synthesizerband The Mo, bekend van hits als ‘Nancy’ en ‘Fred Astaire’. Met de
eerste groep klikte het voor geen meter, The Mo ging tijdens de auditieperiode uit
elkaar. En toen dus die ‘topband’. Ik was mijn brief bijna alweer vergeten toen
ik met kerst 1983 besloot mijn slecht verwarmde benedenwoning aan de
Amsterdamse 2e Helmersstraat even te laten voor wat-ie was en bij
mijn ouders in Amstelveen te crashen. Op Tweede Kerstdag ging de telefoon: Co
Dehé, de manager van Drukwerk. ‘Wij zijn die topband.’ Daar moest ik inwendig
wel even om gniffelen. Ik had helemaal niks met Drukwerk. Ik was fan van Yes,
Genesis, Queen, Blondie, Bowie, dat werk. Maar…
ze stonden wel in Toppop! Ook diezelfde week nog, met ‘Hee Amsterdam’. Dus
toen Co vroeg of ik de volgende dag naar Café Sing-Singel wilde komen voor een
kennismakingsgesprek ben ik natuurlijk gegaan.
FANTASTISCHE
VERHALEN
Om twee uur ’s middags stapte ik de kroeg binnen. Twee
uur lang heb ik met de mannen bier zitten drinken en zitten ouwehoeren over muziek en
over wat ze allemaal mee hadden gemaakt de afgelopen jaren. Fantastische
verhalen! Om vijf uur moesten ze weg, ze hadden een optreden in de Bijlmerbajes,
of all places. Of ik zin had om mee te gaan. Zo zag ik die avond Drukwerk
tweemaal optreden, één keer voor de mannen, één keer voor de vrouwen. En ik vond
ze live echt te gek.
Na afloop gingen we ook nog naar de EMI Studio’s in Heemstede
waar ze bezig waren met het afmixen van de ‘Live in het Concertgebouw’-elpee.
En om middernacht belandde ik met Slinger in diezelfde kroeg Sing-Singel, waar
zijn woonboot tegenover lag. We dronken nog wat en ik vroeg hem: wanneer hoor
ik iets? ‘Wanneer hoor ik iets?’, zei
Harry. ‘Hoezo, wanneer hoor ik iets. We gaan zo snel mogelijk repeteren
natuurlijk.’ ‘Moet je me dan niet eerst eens horen spelen?,’ vroeg ik. ‘Nou,
als je reageert op zo’n advertentie neem ik aan dat je iets kan. Het is voor
ons vooral belangrijk dat het klikt. En dat doet het. We gaan snel repeteren en
dan ergens in de loop van januari eens kijken wanneer je mee kan optreden.’
Vier dagen later, op oudjaarsavond, belde Co Dehé weer. Ik was op een feest ergens, maar hij wist me te traceren (er bestonden nog geen mobieltjes, hè, dus dat was knap!). ‘Probleem,’ zei hij, ‘we hebben morgen een optreden, en de twee invallers dachten van elkaar dat ze dat optreden zouden doen. Maar ze kunnen allebei niet. Ik durf het bijna niet te vragen…’ Overmoedig door de alcohol riep ik: ‘Ja hoor, ik doe wel mee.’
Maar toen ik de volgende dag enigszins brak wakker werd, realiseerde ik me ineens: ik heb niet alleen nog nooit één noot met Drukwerk gespeeld, ik heb ook nog nooit één noot van Drukwerk gespeeld!
Volgende week vertel ik hoe dat afliep. En hoe die ene
week 30 jaar geleden, op mijn 22e, mijn verdere leven heeft bepaald. Niet omdat mijn verhaal zo belangrijk is, maar omdat er iets waardevols van te leren is...
Wat een geweldig verhaal, Edwin! Dus zo zie je maar weer mensen: grijp je kans als die zich voordoet en ga erop af!
BeantwoordenVerwijderenNou er was geen bal van te merken Edwin dat het je eerste optreden was met Drukwerk ik had het idee dat je er bij hoorde en er al jaren bij zat.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes Cokkie Toorenspits
En volgens mij zag ik jou een van de volgende optredens voor het eerst en het was alsof je er altijd al had gestaan. Zo mooi als je dit beschreven hebt, zou het wel heel leuk zijn, als je ooit weer een mooi liedje zou schrijven(voor Harry), kan niet anders dan een hit worden!
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk verhaal, en ik heb dat als zus zijdelings mee mogen beleven! Kijk al uit naar het vervolg....
BeantwoordenVerwijderenWat ontzettend jammer dat we een week moeten wachten op het vervolg... Bedankt voor dit gewéldige verhaal, broertje!
BeantwoordenVerwijderenSuperleuk verhaal kijk ook uit naar het vervolg!
BeantwoordenVerwijderen